structuur_overheid.jpg

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
HOE ZIT HET GILDE BESTUURLIJK IN ELKAAR?
Ons gilde wordt natuurlijk geleid door een bestuur dat geheel wordt aangeduid als "OVERHEID". 

De Kleine Overheid
Het feitelijke dagelijkse bestuur, bestaande uit :

- De Hoofdman (voorzitter)
- De Deken-schrijver (secretaris)
- De Deken-schatbewaarder (penningmeester)

De Grote Overheid
Het bestuur bestaande uit :

- De Kleine Overheid
- De Luitenant (vice voorzitter)
- De Vaandrig (bestuurslid)
- De Sergeant (bestuurslid)
- De Ouderman (bestuurslid)
- De Koning (bestuurslid)

De Koning heeft binnen de overheid een wat ongebruikelijke functie. Hij staat het bestuur met raad en daad bij, maar heeft geen stem binnen het bestuur.

Overige Functies
De Knecht
De knecht heeft een aantal zeer belangrijke taken binnen het Gilde.

- Hij telt samen met de hoofdman de witte en bruine bonen na de stemming van de broeders over de toelating van een kandidaat of aspirant tot het Gilde.
- Hij is aangesteld als boetemeester, int en administreert de boetes in het “boeteboek”
- Hij doet aanzegging om op de verschietingen te verschijnen.
- Hij int het schietgeld tijdens het Koningsschieten.

De Standaardruiter
De Standaardruiter rijdt in de optochten voorop om de weg vrij te maken voor de schutterij. Helaas heeft het Cloveniersgilde op het ogenblik geen standaardruiter.



WELKE AFDELINGEN KENT HET GILDE?
Het gilde kent de volgende afdelingen:
 
schutters2.jpg  

SCHUTTERS
Oorspronkelijk werd er binnen het Cloveniersgilde met vuurwapens geschoten. Echter bij de heroprichting in 1997 werd besloten om deze niet meer te hanteren. De wetgeving betreffende het gebruik van vuurwapens is dermate stringent, dat een hobbymatige beoefening onmogelijk gemaakt zou worden. Hierdoor is besloten om gebruik te maken van de kolfkruisboog.

 

De kern van het gilde wordt gevormd door de schutters. Behalve aan de interne schietcompetitie nemen de gildenbroeders ook deel aan wedstrijden op Kringgildendagen en Landjuwelen. De belangrijkste verschieting vindt plaats binnen het gilde, het Koningsschieten; om de twee jaar op of rond de naamdag van onze patroonheilige St.Jan. ( 24 juni)

 
 
 
 
vendel2.jpg   

 VENDELIERS
Het tegenwoordige vendelen is een nog jonge, naoorlogse traditie, die berust op een gestructureerde spelvorm met speciaal daarvoor ontworpen zwaaivlaggen. De gildenbroeders, die het spel beoefenen, of toepassen worden vendeliers genoemd en hun zwaaivlaggen heten vendels.
Het vendeldoek is van zijde en om het vendel goed te kunnen laten balanceren heeft het ondereinde van de stok een contragewicht.

 

De vendelgroet kan bij verschillende gebeurtenissen worden gebracht, zoals bijvoorbeeld bij de inhuldiging van een vorst, de intrede van een burgemeester, bij de komst van een nieuwe pastoor, bij een gildenjubileum, bij het afhalen van de gildenkoning, of bij het afscheid nemen van een gildenbroeder op zijn begrafenis.

 

     Alle handelingen, die met een vendel worden gedaan, mogen ook met het gildenvaandel worden verricht. Omgekeerd zijn een aantal handelingen aan het (ondergeschikte) vendel nièt toegestaan.
De vendelgroet bestaat uit drie ronden: de aanmoediging, de strijd en de zegepraal.
In speciale situaties kan het vendelgebed uitgebeeld worden; een langdurige serie handelingen met het vendel, die de strijd tussen het goede en het kwade, de strijd tussen geloof en ongeloof uitbeelden. Zowel bij de vendelgroet, als bij het vendelgebed worden de zwaaien zowel linksom als rechtsom gemaakt en hebben ieder hun eigen betekenis.

trommel2.jpg
 
 

TAMBOERS
Kon men in 1594 spreken van een typische gildentrom, in de zin van een trommel, die alleen door de gilden werd gebruikt? Wij denken, dat dit niet het geval is geweest. De gilden gebruikten – zoals ook bij de wapens het geval was – de trommen, die in een bepaalde tijd beschikbaar waren. Zo is het niet ondenkbeeldig, dat de grote trommen uit het leger van Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519) in de gilden zijn terechtgekomen. 

 

Onder een echte gildentrom verstaat men nu een trom, waarvan de ketel zowel van hout, of van koper (of messing) gemaakt kan zijn. De trom heeft houten banden – ook wel velgen genoemd – en de trommelvellen mogen niet van kunststof, maar dienen van een dierlijk product te zijn gemaakt. Door hun tamelijk grote gewicht en forse afmetingen zijn ze lastig te hanteren. Een gildentrom gebruiken – zo zegt men – is mannenwerk!

 

    Meestal treden onze tamboers gelijktijdig op met de vendeliers bij gelegenheden, zoals hiervoor beschreven.